30 Handen helpen Nepal 2022 – Dag 7

Razu nam gisterenavond onze uitnodiging nog aan en kwam na de voetbalwedstrijd, gewassen en gestreken, naar onze eetgelegenheid; gekleed in het rode Dertig handen helpen Nepal-truitje, dat wij hem gegeven hadden omdat we hem voor de wedstrijd tot team-captain hadden gebombardeerd. Hij wilde dit truitje liever niet dragen tijdens de wedstrijd en droeg gewoon zijn eigen voetbalkleding. Tijdens het eten vertelde hij dat rood voor mannen in Nepal is, zoals vroeger roze in Nederland. Wij, die dachten dat hij daarom het truitje niet aangedaan had, stelden meteen voor om te ruilen voor een geel truitje. Dit hoefde echter niet: hij voelde zich zeker genoeg om dit te dragen en vond het T-shirt gewoon veel te mooi om in te voetballen. Hij vertelde ons daarnaast nog dat de Nepalese jongens bijna allemaal in de kadettenopleiding in het Nepalese leger zaten en dat zij stonden te popelen om revanche te nemen! Vervolgens werden aan tafel heel wat vragen op Razu afgevuurd; over het leven hier in Nepal, zijn reis naar Europa, zijn baan, enz. Toen Noëlle op een gegeven moment opmerkte dat het haar heel moeilijk leek om steeds afscheid te moeten nemen van een reisgezelschap of groep waar je net een klik mee had, zei hij: “No, I don’t have that. I want to enjoy every day and make happy memories to hold on to. So you train your brain!” Deze gedachte sluit helemaal aan bij het ‘mindbuilding-principe’, dat wij bij Chrisko al op meerdere manieren hebben uitgewerkt. Ook wij proberen met vallen en opstaan te leven in het hier en nu en te leren van het verleden, maar er niet in te blijven hangen of in te blijven stilstaan en ondanks alles vol vertrouwen de toekomst in te kijken zonder daar teveel mee bezig te zijn, omdat elke dag een nieuwe dag is, die de moeite waard is om ten volle te leven en die genoeg heeft aan zichzelf.

Vandaag was de eerste werkdag en zo stonden we in alle vroegte klaar om te vertrekken. Eenmaal in Thali stond Sunil ons al op te wachten. Hij had van Avaya de opdracht gekregen om, zodra wij aankwamen, naar Avaya te bellen zodat Avaya zelf niet hoefde te wachten en wat langer in bed kon blijven liggen. Dit deed Sunil dan ook prompt toen wij de bus uitstapten, hij is echt te goed voor deze wereld! Zo zorgzaam, attent en bovenal op een ander gericht, dat valt ons elk jaar opnieuw weer op. Hij liet ons meteen zijn schoenen zien, die heeft hij twee jaar geleden van Ineke gekregen en die bewaart hij als een kostbare schat en elke keer dat hij er op gewerkt heeft, worden ze grondig schoongemaakt en denkt hij aan haar. Toen we uit de bus stapten, zagen we Diepje in het kleine winkeltje van haar ouders staan. Ze was volledig uit gestoffeerd in haar schooluniform met twee keurig verzorgde vlechtjes met een strikje erin en was inmiddels zeven jaar ouder dan toen Loeke, één van onze eerste lichting Nepalgangers, de hele reis samen met haar optrok. Later op de dag zagen we ook het meisje dat ooit voor ons geposeerd heeft voor de voorkant van de folder van de vastenactie. Ze was samen met haar vriendinnetje Casel, ook zij zijn beiden vele jaren ouder, maar nog altijd even mooi, open en aantrekkelijk als toentertijd. Daarnaast sprak een jonge man ons aan en hij vroeg wat we kwamen doen en zei daarna in één adem dat hij mee wilde werken met ons. Wij zeiden, zoals altijd: “wees welkom!” De man scharrelde in eerste instantie wat tussen ons door en maakte hier en daar een praatje. Vivian kreeg er toch enkele vraagtekens bij en vroeg aan Sunil: “You know the man from the village?” Sunil, met zijn sociale hart, zei: “No, but he is ok, when he wants to work! Everybody who wants to work is okay!” Nou… dat werken deed de meneer niet zo hard, tenminste niet bij ons. Wel stelde hij bij iedereen vragen. Zo vroeg hij aan Fleur: “Are you ill?” toen zij vroeg waarom hij dat dacht, zei hij: “Because of this on your skin!”. Fleur lachte er hard om en legde uit dat dit sproeten waren. Wij kregen in ieder geval steeds meer in de gaten dat de meneer niet helemaal in orde was en hebben hem maar gewoon tussen ons door laten scharrelen, want we zagen dat hij verder onschuldig was en niemand een vlieg kwaad deed.

Bij de nieuwe school aangekomen, zagen we dat Sameer er nog niet was. In eerste instantie wisten we daardoor niet meteen wat we konden doen, maar al snel begonnen de meisjes met het verwijderen van de fabrieksfolie die nog op de ramen geplakt zat. Ondertussen stonden de mannen buiten al te overleggen met de specialist, die was ingevlogen om het ontstane probleem van de wegzakkende grond te beoordelen en te bekijken hoe we dit probleem op de beste manier konden aanpakken. Het plan was in eerste instantie om van bovenaf de grond voorzichtig te gaan wegsteken en zo plaats te maken voor het nieuwe stuk keermuur. Er werd uiteindelijk ook zelfs een loodlijntje getrokken, waarlangs ze moesten afsteken en daarna was het even wachten tot Sameer zou komen met de materialen.

Toen Sameer kwam, begonnen de mannen vol enthousiasme, op aanwijzing van de specialist, met het afgraven van de grond. Het was moeilijker en zwaarder dan je zo op het oog zou denken, zeker gezien het feit dat de grond zich volgezogen had met water en bestond uit een kleiachtige laag.

We waren nog maar net bezig toen de voorzitter van het schoolbestuur aan kwam lopen en het hele plan verwierp. Hij wilde van onderaf beginnen en vanuit daar de grond afsteken en vanuit daar starten met de keermuur, zodat de kans op een landslide kleiner zou worden en de nieuwe school in geen geval gevaar zou lopen. Na wat heen en weer gepraat, kreeg de voorzitter het laatste woord en niet de specialist, terwijl Quinten met zijn opgedane geografische kennis de specialist in zijn denken en doen kon volgen en het eens was met het eerste plan, plan A genaamd. Wij bewogen gewoon mee, want we hebben in al die jaren wel geleerd dat je niet kunt opboksen tegen de gevestigde orde en dat het een keuze is om de eenheid te bewaren, of niet. Aangezien wij in dit geval de gasten zijn, voegden wij ons dan ook gewillig in plan B, omwille van de eenheid, in de wetenschap dat het dan misschien wel anders gaat, maar we geloven dat het zal lopen, zoals het loopt, als we de vrede bewaren. Onze mannen, sommigen met wat tegenzin, pakten hun aangeleverde schoppen dan ook weer in de hand en liepen samen met de specialist naar beneden om daar op zijn aanwijzingen aan de slag te gaan. Wij bewonderden stiekem de houding van de specialist, die overruled werd door iemand zonder specialistische kennis, enkel en alleen op basis van zijn rang en stand. Hij gaf geen krimp en deed zonder te morren of stemming te maken gewoon wat er tegen hem gezegd werd en wij volgden zijn voorbeeld. Ook wij voegden ons omdat we, boven alles, gewoon blij zijn dat we hier op deze plek in Nepal hebben mogen bouwen en zo ons plan ‘Dertig handen helpen Nepal’ vorm hebben kunnen geven. Voor ons is de bouw van de school een middel geweest om hetgeen dat in ons hart leeft handen en voeten te geven. Wij voelden ons daartoe geroepen en hebben allemaal stuk voor stuk niet meer gedaan dan ‘ja’ te zeggen op deze oproep, ondanks wat het van ons vroeg of wat het ons kostte. In die zin denken we dat we op deze manier ook gebouwd hebben aan gemeenschapsvorming, interculturele contacten en wederzijds begrip en respect voor ieders eigenheid, in de breedste zin van het woord. In dit geval letterlijk, door gewoon mee te bewegen met wat zich in deze cultuur en deze omstandigheden aandiende.

De vrouwen namen ondertussen met emmers water, Nepalese glassex en vegers en blik de school onder handen om het veeg- stof- en spinnenweb-vrij te maken. Zij kwamen er op deze manier achter dat het echt een fijn schoolgebouw is. Het is licht, koel, ruim, schoon en bovenal een uitnodigend gebouw waar ze allemaal op school hadden willen zitten. Het was fijn om in het gebouw bezig te zijn en te denken over de kinderen die er hopelijk snel les gaan krijgen. Maar dat laatste ligt niet in onze handen, net als het niet in onze handen ligt hoe het verder zal gaan met de school en de daarbij horende omgeving.

Terwijl we zo aan de slag waren, merkten we opeens op dat Mattie en Henri niet bij de rest van de groep stonden. Na eens rond te hebben gezocht, kwamen we erachter dat zij zich teruggetrokken hadden achter en onder het schoolgebouw, waar de vloer nog geëgaliseerd moest worden. Door zich terug te trekken, konden zij gewoon meters maken en hoefden zij ook niet te wachten of af te wisselen met de schop en konden zij gewoon door. Vlak voor de lunch hadden zij hier zoveel afgegraven, dat ze wel een handje hulp konden gebruiken met het verwijderen van stenen. En zo werden de gesponsorde handschoenen tevoorschijn getoverd en ons welbekende rijtje gemaakt van aangeven-doorgeven en was het klusje in een mum van tijd gepiept.

Rond de klok van twaalf begrepen we opeens waar Avaya naartoe gegaan en al die tijd gebleven was: hij had besloten om ons eten te verzorgen. We werden bij elkaar geroepen en aten met smaak van zijn Nepalese versie van macaroni. Tijdens de lunch besloten we om nog een uurtje door te werken.

Eenmaal terug bij de bouwplaats zagen we opeens grote brokken klei liggen en wat bleek? In de tijd dat wij zijn gaan lunchen, was het bovenste gedeelte van de berg afgebroken; precies langs het witte lijntje dat in eerste instantie getrokken was door de specialist! Precies op de plek waar de specialist in het allereerste begin al had willen beginnen. De specialist had een grijns van oor tot oor en hij zei, net als Quinten, dat zij al die tijd al geweten hadden dat dit zou gaan gebeuren! Sameer en Sunil noemden het een handje hulp van God. Avaya zei dat hij hier al de hele tijd van gedroomd had! Ook wij zagen meteen dat dit heel veel werk zou gaan schelen, maar snappen ook dat we geluk hebben gehad… Stel je toch eens voor dat de muur ingestort zou zijn als wij op die plek aan het graven waren geweest! We lieten Sameer snel komen om te vragen of dit een probleem zou zijn en hij verzekerde ons dat dit niet het geval was. Hij lachte en zei: “So, we are back with plan A!”. Ze hopen zelfs dat de regenval, die vannacht nog zal vallen, de twee overgebleven zijkanten meeneemt en wegspoelt, zodat dit ook is opgeruimd voordat wij morgen komen, zodat we met de stenen keermuur kunnen gaan beginnen. Wij zijn heel benieuwd en zien ook nu weer dat onze Nepalese vrienden veel dichter bij de natuur staan en veel meer met de natuur leven dan wij.

Nu we terug waren bij het oorspronkelijke plan, alleen een heel stuk sneller dan verwacht, gingen de mannen aan het werk met het verwijderen van de grote brokstukken. Dit was meteen een goed moment om mooie en actieve foto’s te maken van de werk t-shirts die wij dit jaar hebben gekregen. Calibris Advies, de werkgever van Noëlle, heeft deze shirts gesponsord. Elk jaar hebben we een sponsor gehad hiervoor, maar Calibris Advies deed er nog wel een schepje bovenop: zij vonden het goed dat wij, naast hun logo, ook ons eigen logo op de rug lieten zetten. We hebben daardoor de mooiste werkshirts van al die jaren en wilden deze daarom graag vastleggen voor de volgende generatie!

Na een tijdje begon het opeens wat te miezelen. We besloten het voor gezien te houden en terug naar Thali te rijden. Door het harde werken waren de meeste jongens niet alleen erg vies en met modder besmeurd, maar ook ontzettend bezweet. Omdat we toch wat krap in de bus zaten, leek het ons handiger, maar vooral ook prettiger voor de neus, om niet met zoveel mensen tegen elkaar aan te gaan zitten en wat ruimte te creëren. Daarom vroegen we Sameer of hij ons wilde terugbrengen naar naar het guesthouse en stapte een viertal bij hem in de auto. Onderweg grapten we over de vraag of hij of Chitra eerder in het guesthouse zou aankomen. Sameer zei daarop: “No need, when you have no competition, you always win!”. Eenmaal terug bij het guesthouse zagen we Ineke over de gang lopen, anderen zorgvuldig vermijdend. Ze voelt zich een heel stuk beter en heeft, om in conditie te blijven 4,5 kilometer volgens de stappenteller die we vanmorgen op haar telefoon installeerden, over de gang gelopen en de rozenkrans gebeden voor ons project in Thali. Wij begrepen daardoor meteen dat we niet alleen geluk hebben gehad, maar ook een dikke beschermengel op de schouder hebben gehad, die naar ons toegestuurd was vanuit ons guesthouse in Kathmandu!  Niet voor niets geloven we dat we in gebed ingebed zijn in een groter plan, wat voor menselijke ogen niet altijd zichtbaar is, maar dat een vangnet vormt dat ieder mens zich wenst!

1 gedachte over “30 Handen helpen Nepal 2022 – Dag 7”

  1. Zo omdat ik wat achter liep met lezen nu alvast weer 2 gelezen. En ja jullie truitjes zijn heel mooi, eigenlijk kei gaaf🤭. Wat leuk om iedereen weer zo te zien. En ook wat zijn de kleintjes mooi gegroeid.
    En ja wat fijn ook dat ze daar door willen studeren en werken omdat ze zoveel van jullie allemaal hebben geleerd
    Hopelijk kan Ineke er weer snel bij zijn. 🍀🍀🍀🍀

Reacties zijn gesloten.