Gisteravond werd het nog erg gezellig. We hebben hier een hele leuke ober, die niet alleen van aanpakken weet, maar ook van het oberen een feestje weet te maken. Je kunt je wel voorstellen wat het voor hen moet zijn om steeds voor 21 personen eten en drinken op tafel te krijgen en dat vloeiend te laten verlopen. In Luna leverde dat nogal eens wat problemen op en hebben we ontdekt dat we zelf beter alles op alles konden zetten om het geregeld te krijgen. Bij deze man is dat niet het geval en daarnaast heeft hij altijd goede zin en maakt hij er iets gezelligs van. Zo ook gisteren; het eten liep gesmeerd, zowel bij de lunch, als bij het avondeten. En dat alleen al is een verademing, want de eetmomenten vergen voor velen veel tijd. We proberen deze op te vullen met het spelen van allerhande spelletjes, maar het is soms toch erg lang wachten. Omdat het deze avond zo snel ging en we vroeg klaar waren, konden we na het eten nog verder met het spelen van spelletjes. Na het eten haalden we al het personeel naar buiten dat voorhanden was en vroegen hen om met ons mee te spelen. We maakten interculturele duo’s en Eefke was in dit geval de storyteller. In het Engels legde ze het spel uit en onder onze ogen ontpopte de ober zich als tolk en zo probeerden we het spel samen te spelen en dat leverde leuke taferelen op. Het spel, waarvan we vanuit het zomerkamp weten dat het heel lang kan duren, was gelukkig vlug afgelopen en dus werd de stoelendans geïntroduceerd en dat viel bij iedereen in de smaak. De Nederlanders waren beter, maar we moeten eerlijk zeggen dat dit waarschijnlijk kwam doordat de Nepalezen onze vrouwen hoffelijk behandelden en niet vol vuur om de stoelen vochten, zoals wij gewend zijn te doen.
Toen we vanochtend aan het ontbijt verschenen, was het helemaal bewolkt, totdat Silvester ineens riep: “Kijk, daar zie je het topje van de ijsberg!”. Voor onze neus zagen we de bewolking wegtrekken en de toppen van het Himalayagebergte tevoorschijn komen en dat is echt magisch om te zien. We verzetten vlug onze stoelen en gingen er eens goed voor zitten, in de dubbele betekenis van het woord. Onze ober en tolk kwam aanlopen en zei dat ze dat al een lange tijd niet meer gezien hadden en dat het een geschenk was. En wij knikten allemaal en weten dat dit geen verkooppraatje van de ober is, want we zagen dat ook de poetsmeisjes naar buiten kwamen om even te kijken. Het is eigenlijk hetzelfde als wat Sameer in Thali zei: “When we come in Thali, it stops raining and when we go away it starts raining!”
Nadat we uitgebreid ons uitzicht hadden bewonderd en we ons ontbijt achter de kiezen hadden, stapten we in de bus en reden we naar Namabouddha, een boeddhistisch klooster. Voordat we weg konden rijden, deden we eerst nog een kleine stoelendans in de bus om voor iedereen een plekje te vinden, maar uiteindelijk zat iedereen naar wens en kon Chitra gas geven, zover als dat hier mogelijk is. We maakten een wandeling en kwamen als eerste langs het klooster. In het klooster zie je veel kleuren, altaartjes en muziekinstrumenten. Toen Silvester vroeg of deze instrumenten ook wel eens bespeeld waren, wist Sameer het weer mooi te beschrijven: “Yes, this is big instrument, goes boem!”. Tja, daar viel natuurlijk niet veel meer aan toe te voegen, dus vervolgden we onze weg. Onderweg kwamen we een mevrouw tegen die acht puppy’s had! De puppy’s waren 28 dagen oud en we vonden ze zo schattig dat we er even bij bleven zitten.
Daarna liepen we rustig verder en we hadden op meerdere punten een prachtig uitzicht en zo konden we ons hart ophalen en mooie (familie)foto’s maken. Op de terugweg had Chitra een nieuwe route, die korter was dan de route van de heenweg. Voordat we het doorhadden werd de brede weg steeds smaller en hobbeliger. Niet goed voor de bus, maar ook niet goed voor onze zenuwen en we hoorden meerdere kreetjes klinken vanuit de mensen die aan het raam zaten en die de afgrond in konden kijken. Gelukkig bewees Chitra weer eens dat hij erg goed kan rijden en manoeuvreerde hij ons veilig naar het hotel om te lunchen.
Na de lunch wisten we Sameer te verleiden om met een kleine delegatie, die niet wilde rusten, ‘off road’ te gaan, oftewel de dorpjes in te trekken waar de plaatselijke bevolking woont en leeft. Chitra en Sunil zagen het plan meteen zitten, maar Avaya had geen trek om te gaan wandelen. Maar hij kwam er niet omheen en zo liepen we niet veel later het hotel uit via de groententuin van de eigenaar van het hotel en daar begon onze ontdekkingstocht.
Onderweg kwamen we vanalles tegen. Wat ons allereerst opviel, was dat de huisjes ver uit elkaar lagen en dat de voorzieningen zeker niet geweldig waren. We zagen voornamelijk lemen huisjes, die gebouwd zijn in berghellingen en die een apart toiletgebouwtje buiten het woonhuis hebben, omdat deze mensen, vertelde Sameer ons, nog geloven dat het toilet ‘in the house’ zorgt voor ‘bad energy, bad spirit and most of all, bad smell!’.
Wat we misschien een klein beetje onderschat hadden, was de ‘law of the mountain’, zoals Sameer deze noemt: alles wat je omlaag loopt, moet je uiteindelijk ook weer omhoog! Wij vinden zelf dat we in een heuvelachtig gebied wonen, maar dat is niets vergeleken met de hellingen die we hier moeten zien te verslaan. Halverwege breekt het zweet ons meestal uit, maar als we boven staan, zijn we ontzettend trots en genieten we van het uitzicht! Want dat heb je hier overal. Als je boven aan zo’n helling staat, kun je niet meer dat je klein voelen en genieten van wat de natuur ons laat zien!
Op een gegeven moment, toen we weer terug bij de weg waren, vonden we een winkeltje. We kochten hier, net als gisteren, alle chips op en streken neer op een muurtje aan de overkant van de weg. Toen we achter ons keken, zagen we dat dit muurtje behoorde bij eenzelfde winkeltje, zoals dat waar wij geweest waren voor de chips. Om ook dit winkeltje wat te geven, besloten we om daar wat cola te kopen en zo kwamen we weer op krachten. We besloten dan ook om niet rechtstreeks naar het hotel terug te wandelen, maar weer ‘off road’ te gaan en daar de weg terug te zoeken. Ook nu kwamen we onderweg weer veel tegen. Het leek alsof we tussen allerlei gehuchtjes door liepen, waar groepjes mensen woonden, zo’n 5 à 10 huisjes per gehucht. Sameer vertelde dat al deze gehuchtjes ook hun eigen naam of nummer hadden. In een van de gehuchtjes kwamen we een aantal kinderen tegen, die al snel overgingen op het laten zien van kunstjes. Dat konden wij ons niet laten zeggen natuurlijk en voor we het wisten, stond ook Eefke op haar handen, maakte Sunil een radslag en Sameer een koprol! Hierna vervolgden we rustig onze weg, totdat we weer bij ons hotel waren. Daar streken we weer rustig neer op het terras en genoten we van het samenzijn, een spelletje of een potje voetbal!
Mooi, mooi, mooi. Wat is het toch genieten daar. En wat is het daar mooi.
Trouwens bij dag 17 was ik nog vergeten wat een mooie vlinder was dat. En wat Teun betreft dat ik hem zeker wel eens had willen zien springen en slaan . Jammer dat hij bang blijft wat ze kunnen hem niet eten😁
Maar ik heb weer genoten van jullie verhaal en foto’s.
Groetjes Marloes 🍀❤️