Gisteravond hadden we na het avondeten nog een afterparty en hebben we kunnen dansen op het grote terras, met uitzicht op het Himalaya gebergte. We zaten hier samen met een Nepalese familie, die hier ook at. Zij vierden met zijn allen de feestelijke gebeurtenis dat hun twintigjarige dochter een visum had gekregen om in Amerika te gaan studeren. Als toetje werd een taart naar binnen gebracht en die deelden ze met ons en dat was zoet, maar zalig. In no time ontstond daarna een intercultureel dansfestijn, met als gevolg dat we wat later naar bed gingen dan normaal. Toen we alle trappen op liepen, vanaf het terras naar onze slaapkamer, hoorden we ineens een welbekend geluid dat uit onze herinnering was verdwenen, maar ons nu weer te binnen schoot. Het geluid van hele grote sprinkhanen van zeker 10 centimeter groot. En dan niet eentje, maar honderden en misschien wel duizenden. Wie zal het zeggen, maar het lawaai dat ze maken is oorverdovend. De oordopjes werden tevoorschijn gehaald en hup het bed in. Voor middernacht lag bijna iedereen te slapen. De temperatuur in Dhulikhel is zoveel aangenamer dan in Kathmandu en dat is bevorderlijk voor de nachtrust.
Qua insecten en beestjes kunnen we hier onze lol op, tot grote ellende van Teun met zijn insecten-fiemel. Hij had zijn onderbroek neergelegd en in een onbewaakt moment hadden de mieren zich daarvan meester gemaakt. Toen hij uit de douche kwam en dat zag, ging hij ze met zijn badslippers te lijf tot grote hilariteit van Daniel, zijn roommate. De onderbroek belandde in de prullenbak en hoefde hij niet meer, voor het geval dat. Hij griezelde helemaal, nadat hij Claire haar belevenissen aan tafel hoorde vertellen van een grote spin, die op haar bed zat, en een hagedisje, dat hun kamer was ingeslopen en in de nacht nog door Mark verdreven was uit hun kamer. Manmoedig doet Teun er alles aan om zich niet te laten pakken, maar het werd een lang dagje, waarop we het ene buitenissige exemplaar na het andere tegenkwamen. De daarbij horende verhalen maken hem niet blijer. Toen Mark op een gegeven moment een beestje van zich afsloeg, dat in zijn nek was gekropen, en dit via Daniel bij Teun terechtkwam, maakte hij er meteen korte metten mee, sloeg het van zich af en stampte er dusdanig hard op dat wij bijna allemaal door het ijzeren plateau zakten waar we op stonden. We weten nu zeker dat het afweermechanisme van Teun met betrekking tot insecten geen ‘freeze’ is, maar dat hij ‘fight’ in zijn rugzak heeft zitten. En dat hij elk diertje dat hij tegenkomt te lijf gaat alsof hij tegen leeuwen vecht.
In de zin van ‘’s avonds een man, ’s ochtends een man’ zaten we allemaal vanochtend om half acht aan het ontbijt, om zo gezamenlijk aan de dag te beginnen. Daarna ging het grootste gedeelte van de groep op pad om Dhulikhel te ontdekken. Sameer beschreef het mooi: “We walk left! And when we are ready, we turn around and walk right!” Zo gezegd, zo gedaan. Het eerste stuk van de wandeling was in de volle zon, maar mooi. Het leven hier in Dhulikhel is weer heel anders dan het leven in Kathmandu of in Thali. Alles heeft zijn eigen uitdaging en hier is dat het hoogteverschil. De huisjes liggen allemaal bovenaan heuvels en we vinden het bewonderingswaardig hoe sommige mensen naar hun huizen moeten lopen. Sameer liet ons het verschil zien tussen de oude en de nieuwe bouw. Na de aardbeving zijn alle Nepalezen verplicht om pilaren in hun huizen te maken, stevig verankerd in de fundering. De oude bouw kenmerkt zich door het gegeven dat de stenen zichtbaar zijn, en het zijn zeker geen bakstenen, dat er in de huizen ruimte is voor het herbergen van het vee en dat ze minder compact gebouwd zijn. Doordat we naar huizen aan het kijken waren, viel het ons ook opeens op dat de meeste huizen aan minstens één kans niet geschilderd zijn en het lijkt daardoor alsof de Nepalezen het werk niet af hebben gemaakt. Na navraag te hebben gedaan, kwamen we erachter dat dit komt doordat de Nepalezen vaak vlak tegen de grenzen aan bouwen. Doordat het land aan de andere kant van de grens beschikbaar is voor een andere familie die gaat bouwen, kan het zijn dat er een huis gebouwd wordt tegen de zijkant van het huis aan. Het zou dus een verspilling van verf zijn om deze kant te verven, voordat zeker is dat deze kant zichtbaar blijft wanneer er buren komen.
Terwijl we onderweg onze ogen uitkeken, zagen we op een gegeven moment de wolken verdwijnen en het Himalaya gebergte tevoorschijn komen! Waar we gisteren nog maar een bergtopje konden zien, breidde het beeld zich nu voor onze ogen uit. Het is en blijft indrukwekkend om te zien en we kunnen er allemaal geen genoeg van krijgen. Uiteindelijk besloten we terug naar het hotel te lopen. Hier hielden we een korte plaspauze, stapten een aantal mensen uit, die in het hotel wilden blijven, en liep de rest door… naar rechts dit keer!
Sameer had het al twee dagen over de 1000 trappen naar de ‘golden Boeddha’ en hoe hij ook zijn best deed, hij kreeg het niet verkocht aan ons. Niemand hapte en had zin in 1000 trappen, totdat we al lopende het steeds warmer kregen en we voor de keuze kwamen te staan of we het stadje in zouden lopen met alle drukte van dien of het bos in zouden gaan en we alsnog de trappen voor onze rekening moesten nemen. Unaniem kozen we voor het laatste, omdat niemand stond te springen om weer de drukte in te gaan en in het bos hoopten we ook de benodigde koelte en schaduw te vinden. En dus namen we de trappen op de koop toe. In opperbeste stemming zetten we de klim in. De trappen waren breed van opzet en goed te doen, hoewel de vrouwen halverwege toch even langs de weg zijn gaan zitten om bij te komen en dat deden we nog een tweede keer. Dit keer op een plek bij een verkoopster met allerhande lekkernijen en zo maakten we binnen de kortste keren enkele zakken pittige chips burgemeester. De verkoopster wist niet hoe ze het had, ze was zo blij als een kind. Op deze manier ging de verkoop goed en wij overwonnen met gevulde buiken de volgende trappenreeks.
Uiteindelijk kwamen we op de plaats van bestemming en liepen we een poortje binnen waar we onze schoenen moesten uitdoen om ofwel voor 10 roepie in slippers te stappen, ofwel om op onze sokken verder te lopen. Wij kozen voor het laatste en zo kwamen we bij een enorm groot, gouden Boeddha beeld, waar mensen bij poseerden. Wij gingen echter tot verbazing van Sameer de andere kant uit staan met Dhulikhel op de achtergrond, maar zoals altijd bewoog hij heel makkelijk mee met ons. Terwijl we daar zo stonden, zagen we een hele grote tor in het water liggen, van ongeveer 5 centimeter groot. Sunil rende er meteen naartoe en redde het dier van de verdrinkingsdood. Wij konden de tor daardoor van heel dichtbij bekijken. Daarna legde Sunil de tor liefdevol ergens in het zonnetje te drogen, want pas als zijn vleugels droog zouden zijn, zou hij weer kunnen vliegen. Hierna stegen we nog wat hoger en zo kwamen ergens op een plek waar we een prachtig uitzicht hadden. Daar was ook een grote schommel, waarmee je boven het dal kon schommelen. Je was wel ook nog gezekerd met een touw, maar zoals Michele zei: “Hij geloofde niet dat zijn verzekering dit goed zou vinden!” Buiten Sunil, Sameer en Chitra waagde daarom niemand van ons zich in deze met slingers versierde schommel. Toen zij uitgeschommeld waren, zei Sameer dat de vlugste weg terug wederom de 1000 trappen zouden zijn, maar dan in tegengestelde richting. En zo gingen we even later weer 1000 trappen af en voegden we ons rond de lunch weer bij de anderen, die in het hotel waren gebleven.
Daar lunchten we samen en trokken de meesten van ons zich terug voor een powernap, die bij sommigen enige uurtjes duurde. We merken dat we toch heel erg moe zijn en zijn dankbaar en blij dat we onze reisplannen hebben omgegooid en aangepast hebben aan de omstandigheden. We merken dat we qua energie niet veel meer te missen hebben en dat we hier opladen voor de terugreis. Om 17.00 uur speelden we nog een potje cricket en daarna was het weer tijd voor het avondeten en werden de spelletjes weer uit de tas gepakt.
Wat komen jullie toch op mooie plekjes. Ik zelf zou ook wel voor die trappen hebben gekozen om naar de Boeddha te gaan.
Groetjes Marloes