30 Handen helpen Nepal 2019 – Dag 18

Janneke en Eefke gingen gisteren op pad voor plastic bakken waar we alle meegebrachte schoolspullen in konden doen. Al lopend kwamen ze uiteindelijk aan op de market place en vonden ze wat ze zochten. Ze kochten alle dozen die ze nodig hadden en moesten toen nog de hele weg teruglopen. Helaas wisten ze de weg niet meer, dus had Eefke een beter idee. Ze wist, uit ervaring, dat een taxi niet z’n goed idee is als meisjes alleen en bij de eerste de beste persoon die riep: “Riksja!”, riep zei uit volle borst “ja”. Dit tot grote ellende van Janneke. Voordat zij het goed en wel in de gaten had, zaten ze namelijk beiden met hun buit in de riksja. Janneke schaamde zich dood dat ze zich als twee rijke westerlingen lieten rondfietsen door zo’n klein mannetje en verstopte daarom maar haar hoofd zo ver mogelijk onder het luifeltje. Eefke kreeg ondertussen de slappe lach over de ontstane situatie en zei, tussen haar lachbuien door: “Och, die man is blij met ons, die verdient daarmee zijn levensonderhoud!”. Toen Janneke op een gegeven moment merkte dat de man vast kwam te zitten in de modder, stapte ze zelfs uit om de riksja te duwen. Hierna was ze niet meer te vermurwen en halverwege stopte ze zonder pardon de riksja uit, betaalde het dubbele van de afgesproken prijs en haalde Eefke, die maar niet kon stoppen met lachen, uit de riksja. Na het avondeten werden de dozen gevuld, de Volupia-polo’s verdeeld en maakten we pakketjes klaar voor alle mensen die we een warm hart toedragen. Bepakt en bezakt gingen we vanochtend dan ook op weg naar Thali voor onze laatste werkdag. Daar aangekomen laadden we alles uit en zetten we de bakken in het kantoor van de principal, op de planken die Mattie en Michele door het hele schoolgebouw hebben opgehangen. De leraren vonden zowel de bakken als de inhoud helemaal geweldig en we hopen dan ook dat zij er veel gebruik van zullen maken. 

Daarna trokken we onze handschoenen, regenlaarzen en regenjassen aan en liepen naar achteren. De werkmensen waren inmiddels al gestart met het mengen van het beton, terwijl twee anderen de bekisting eraf haalden. Nu pas snapten sommigen van ons dat het ècht niet uitmaakte welk hout daarvoor gebruikt werd, omdat het hout eigenlijk de ‘springvorm’ was voor het gestorte beton. Mattie gaf aanschouwelijk onderwijs en liet met behulp van een huis iets verderop, dat volgens hetzelfde principe gebouwd is, zien dat het werk dat wij gedaan hebben voor de bovenverdieping nog eens herhaald zal moeten worden. Dan zijn de planken dus nog eens nodig. Het was magisch om te zien dat het beton overal goed uit de ‘vorm’ kwam en we aanschouwden het resultaat van wat we gedaan hebben. 

Terwijl de werkmensen beton maakten, vroegen we hen of we mee mochten helpen. Eerst bleef het een beetje stil en ineens riep de baas van de ploeg het verlossende woord: “Make a line!” Dat lieten we ons natuurlijk geen tweede keer zeggen. We vormden direct een rijtje en stonden klaar voor de aanslag. Geamuseerd keken de werkmensen naar hoe blij wij waren, dat we onze handen uit de mouwen mochten steken. Al werkend krijg je zonder woorden contact met elkaar en dat maakt je innerlijk gelukkig. De ene schaal beton na de andere passeerde de revue en voor we het wisten, hadden we de eerste berg beton al weggewerkt. Nu was het wachten op de tweede.

Voor de werkmensen was het tijd om te lunchen. Wij konden echter nog niet lunchen en besloten een start te maken met de nieuwe lading beton. Vandaag ging dit op een andere wijze dan gisteren. De werkmensen hadden gisteren namelijk al snel in de smiesen dat het veel tijd kostte om het beton van boven naar beneden te dragen. Daarom hadden ze vandaag de golfplaten naar beneden gebracht en maakten ze het beton op de bouwplaats. Dit hield alleen in dat het zand, de kiezel en het cement apart in manden naar beneden gebracht moesten worden. De meisjes zetten zich heerlijk op het toeschouwersbankje, terwijl de mannen, op Nepalese wijze, de ene mand naar de andere naar beneden brachten. Caro en Sacha assisteerden de mannen door hen te helpen de topzware manden te legen. Frederik, die dit in zijn eentje probeerde, richtte namelijk niet goed en had voor hij het wist de hele mand met zand in zijn nek hangen! Aangezien het de hele dag al regende, betekende dit dat het zand de rest van de dag bleef plakken! Frederik gaf aan dit geen probleem te vinden, dus voelden wij ons niet schuldig dat wij hem uitlachten. Daniël raakte onderweg een mand kwijt. We hoorden hem eerst zeggen: “Hmm… deze band gaat breken” en twee tellen later lag de mand met inhoud op de trap! Het was de bedoeling dat er twintig manden met zand en dertig manden met kiezel naar beneden gebracht zouden worden. We telden als meikevers en slaakten een zucht van opluchting toen alles eindelijk beneden was. De werkmannen zeiden echter dat er nog vijf meer gebracht moesten worden: we hadden de manden niet helemaal vol..! Net als de voorgaande dagen, was de trap vandaag handig en niet alleen voor ons. Ook de dorpelingen maken gebruik van de trap. Bijvoorbeeld de vrouwen die elke dag naar het veld gaan of de vrouw die elke dag gras moet halen voor haar koe en die normaal een oneffen berg moesten beklimmen.

Door het doen van dit werk hebben wij ontzettend veel respect gekregen voor de mensen die dit werk dag in, dag uit moeten doen. Onze mannen, die zeker niet de slapsten zijn, vielen af en toe om terwijl zij probeerden op te staan en hadden alle moeite om de manden naar de bouwplaats te dragen. En dat terwijl de manden, volgens de werkmensen, niet eens helemaal vol waren! We snappen dan ook echt dat de mensen in Nepal vroeg met pensioen gaan. Het is hier namelijk gebruikelijk dat mensen na 20 dienstjaren met pensioen mógen en met 30 dienstjaren met pensioen móeten gaan. De jongste werkman uit de ploeg, die met zijn vijftien jaar jonger is dan ieder van ons, zal dus uiterlijk met 45 jaar met pensioen gaan en dat vinden wij zeer zeker terecht. We waarderen deze groep mannen, die onder leiding van hun ‘baas’ wel een geoliede machine lijken, dan ook zeer. Dit wilden we hen ook duidelijk maken en daarom hadden wij vandaag een groot deel van onze Volupia-polo’s meegenomen om aan hen te geven. Daarnaast kregen zij onze werkhandschoenen, VBI-shirts en laarzen. Wat waren ze hier blij mee en wat was het leuk om daarna broederlijk zij aan zij met hen verder te werken. Toen alle ingrediënten beneden waren, startten we dan ook de tweede ronde en voordat onze lunch begon, was ook deze berg beton weggewerkt. 

We maken veel meer mooie ervaringen en ontmoetingen mee. Zo is er op de school een klein meisje dat niet kan praten en heel schuw is, omdat ze daarnaast heel slecht hoort. We bliezen haar aan het begin van de drie weken een handkus toe. Ze keek hier de eerste keren wat onwennig naar en reageerde er helemaal niet op. Totdat we haar een paar dagen later, bij ons vertrek naar het guesthouse, wat achteraf bij de bus zagen staan en ze ons ineens uit zichzelf een kushandje toe blies. Deze hartverwarmende en kostbare momenten zijn onvergetelijk. We zouden niet uitgepraat raken als we elke ontmoeting willen opschrijven. Daarom koesteren we deze in ons hart en zullen we deze levenslang met ons meedragen.

Avaya had vandaag voor ons gekookt en grapte dat we het wel echt op moesten eten. Dit deden we met smaak. In de keuken zagen we een slak kruipen met het huis bijna horizontaal op zijn rug. Toen we aan Sameer vroegen hoe dit kwam, zei hij voor de grap dat dit wel het verschil tussen de mannen- en vrouwenslakken zou zijn. We lachten hier hartelijk om en zeiden dat dit dan zeker een mannetjesslak zou zijn, want deze slak was te zwak om zijn eigen huisje te dragen. Sameer dacht echter verder na en kwam even later met een betoog, ondersteund met foto’s, over het verschil tussen een Aziatische en Afrikaanse olifant. Ook deze twee soorten verschillen van elkaar en hij dacht dan ook dat er een verschil was tussen Nederlandse en Nepalese slakken. Na zijn prachtige verhaal, aten we met smaak het eten van Avaya en al snel vonden we het tijd om weer naar de bouw te gaan voor de derde berg beton. Dit kon echter niet voordat we kennismaakten met de moeder van Sunil. Hij kwam Vivian halen om zijn moeder, die in het winkeltje voor de school zat, te leren kennen. Hij vroeg of Vivian ook aan zijn moeder wilde vertellen wat ze altijd aan hem zei: dat hij zo’n fijne jongen is en dat zijn moeder hem goed opgevoed had. Zo gevraagd, zo gedaan. Hierna gingen moeder en zoon nog op de foto met degenen die er waren. Avaya, die kwam aanlopen, riep meteen dat we zijn moeder ook nog niet kenden en dat we haar ook moesten ontmoeten. Hij belde haar daarvoor zelfs op, maar kreeg niet geregeld wat hij wilde, omdat zijn moeder niet thuis, maar op het veld aan het werk was. 

Hierna liepen we dan echt terug naar de bouw en daar was de volgende berg beton al klaar om gestort te worden. We daalden allemaal al af naar de bouwgrond, maar de meisjes kregen al snel de kous op de kop! Er hoefde voor het laatste beetje dat nog gestort moest worden maar een kleine afstand afgelegd te worden. Om overbevolking op de bouwplaats te voorkomen, werden zij dan ook naar boven gestuurd om daar een klusje te doen. De mannen vormden wel weer een rijtje en de meisjes moesten ruiterlijk toegeven dat zij dit zeker niet sneller hadden kunnen doen. Een laatste stukje, van ongeveer anderhalve meter, dat uiteindelijk nog gestort moest worden, werd op aanwijzen van de aanvoerder niet tot aan de rand gevuld. Aan zijn uitleg, in gebrekkig Engels maar wel met handen en voeten, was te verstaan dat op dit stukje straks de trap zal komen en daarom moest dit stukje niet volledig gevuld worden met beton. Het vlechtwerk op deze plaats moet namelijk bereikbaar blijven zodat het vlechtwerk van de trap hier later aan vastgemaakt kan worden om zo een geheel te vormen. Nadat alle beton gestort was, werden alle gebruikte materialen netjes met water schoongemaakt en werden alle werkmannen op de bouwplaats geroepen om samen een groepsfoto te maken.

De meisjes werden boven ingezet om de ruimte voor de geitenstal wat op te ruimen. De lange ijzeren staven werden in de geitenstal gelegd. Daarnaast schepten zij alle kiezel op een grote hoop. De kiezel lag namelijk helemaal verspreid en zou verloren gaan als dit zo zou blijven liggen. Ze stortten zich met man en macht op deze taak en toen de mannen weer naar boven kwamen, hadden zij hun taakjes ook af waarvoor zij goedkeurende knikjes kregen van de (werk)mannen. Later thuis in het guesthouse, kregen ze een foto van Michele toegestuurd waarbij stond: “Girls doing nothing..!”. Voordat ze beledigd konden reageren, stuurde Michele een tweede foto met: “Girls at work..!”. 

Vandaag troffen we Sunil weer aan op zijn wandelschoenen. Hij had er een groot gat in en toen we hem daarop wezen, grapte hij dat het gat zijn airconditioning was! Het mysterie van zijn schoenen, die wij ergens van herkenden, werd ineens opgehelderd. Hij liep in de schoenen van Ineke. Vorig jaar had zij deze namelijk met veel pijn in haar hart aan hem gegeven, in de wetenschap dat zij nooit meer de reis naar Nepal zou kunnen maken. Bij haar vertrek uit Nepal was haar gezondheidstoestand erg zorgwekkend en wist niemand hoe het verder zou aflopen. Sunil had haar schoenen als een kostbaar aandenken gekoesterd en daarom wilde hij ze ook niet vervangen of achterlaten. Het gebaar ontroerde ons en elke keer weer zien we hoe lief en zachtaardig Sunil is. Dienend is hij, net als Avaya, altijd aanwezig maar het verschil tussen beiden is als dag en nacht. Hetzelfde verschil zien we bij Sima en Maya. Het zijn hartsvrienden, omdat ze zo aanvullend zijn aan elkaar. Beide hartsvrienden, zowel Sunil en Avaya als Maya en Sima, zijn gepassioneerd, maar bij Avaya en Sima is dit uitgesproken aanwezig, terwijl het bij Sunil en Maya tussen de regels door te lezen is voor degenen die goed kijken en luisteren.

Op de weg naar huis stopten we bij het naaiatelier om de Nepalese jurken en de hemden van Matteo en Frederik op te halen. Maureen, Caro en Sacha speculeerden er de hele dag vrolijk op los en kwamen tot de slotsom dat ze alle drie géén paars wilden. Voor Maureen was groen echter nog erger dan paars en als ze mocht kiezen, dan ging ze in dat geval liever voor paars. Opgewonden zaten zij dan ook naast elkaar in de bus en wachtten vol spanning af tot het tijd was om uit te stappen. De hemden van de twee mannen waren niet wit, zoals dat van de andere mannen, maar bont gekleurd. Die van Matteo was wat ruim in de buikomvang en wordt daarom vermaakt en morgen door Sameer opgehaald. Die van Frederik was goed en samen met Chitra deed hij dan ook een dansje. Hierna was het eindelijk de beurt van de dames. Bij binnenkomst zagen we meteen een paarse jurk hangen die qua lengte afstak bij de andere jurken. In een oogwenk wisten alle betrokkenen dus dat dat hoogstwaarschijnlijk de jurk van Maureen zou zijn. Maureen moest echter nog even wachten om het eindresultaat te zien, omdat eerst Sacha haar pakketje kreeg. In het kleine winkeltje was een deur waarvan wij dachten dat het de kast was. Tot onze verbazing kwam achter de deur een klein omkleedhokje tevoorschijn, waar zelfs een licht inzat. De broek en jurk zaten Sacha als gegoten en ze was erg blij met de pasvorm. Daarna was het de beurt van Maureen en die had in eerste instantie wat meer moeite, omdat de borstomvang wat krap gemeten was en ze haar adem bijna moest inhouden om te kunnen bewegen. De kleur stond haar echter prachtig en dat zag ze zelf gelukkig ook. De man, die alle jurken gemaakt heeft, zei tegen Chitra dat hij vijf minuten nodig had om haar probleem op te lossen en daarna was de jurk van Maureen klaar. En toen was het de beurt aan Caro. Zij kleedde zich om en net als bij Sacha zat de jurk bij haar als gegoten. Samen showden ze hun Nepali dresses, maar niet voordat Chitra aan elk van hen een bijpassende sjaal gaf waardoor het geheel nog mooier werd. Chitra bekeek het schouwspel goedkeurend terwijl hij met zijn tong klikte en daarna heel enthousiast en vol trots over zijn werkgeefster zei: “Indira chose the colours and the print!”. Tevreden keerde iedereen weer terug in de bus en konden we onze weg vervolgen: terug naar het guesthouse. We hebben veel zin in de laatste dag morgen, terwijl het ons aan de andere kant ook aan het hart gaat . Het is onze laatste dag met de kinderen en ondanks dat deze dag altijd gezellig is, weten we zeker dat we hen ook heel erg gaan missen. We gaan er in ieder geval een zo gezellig mogelijke dag van maken en weten zeker dat het een prachtige dag zal worden. 

Het zinnetje van vandaag was van Detlef, de vader van Daniël. Hij schrijft precies op hoe wij ons voelen: de kleinen. We leren namelijk heel veel van de mensen om ons heen en hun doorzettingsvermogen, enthousiasme en de wijze waarop zij van niets iets kunnen maken, maakt dat wij veel van hen leren. Totaal veranderd zullen wij dan ook naar huis gaan. We hebben veel geleerd op praktisch vlak, zo kijken we ons bijvoorbeeld de ogen uit op de bouwtekening, maar ook op geestelijk vlak leerden we veel en zijn hier dankbaar voor. We voelen ons rijk en kunnen bijna niet geloven dat we opnieuw de kans hebben gekregen om hier te zijn. Het roept gevoelens van dankbaarheid in ons op en we zijn blij dat we vier geleden de sprong gewaagd hebben. Dat is ook de reden dat we niemand vergeten die in de loop der jaren bereid is geweest om mee te gaan. 

2 gedachten over “30 Handen helpen Nepal 2019 – Dag 18”

  1. Geen woorden voor. Wat mooi weer allemaal. Ik krijg zelf krampen als of ik zelf afscheid moet gaan nemen.

  2. Sinds jullie in Nepal zijn kun je daadwerkelijk zien dat de dertig handen niet voor niets de reis gemaakt hebben, de foto’s liegen er niet om. Maar met jullie nieuwe kleding zijn jullie eerdaags welkom in Nederland!

Reacties zijn gesloten.