Alweer een mooie dag op de hei

Aangezien het vandaag, zaterdag 12 mei, prachtig weer zou worden en de binnenstad niet goed bereikbaar zou zijn in verband met de Euregionale veiligheidsdag, was het besluit gauw genomen en kozen we ervoor om er weer een ouderwetse heidag van te maken. In een mum van tijd werd iedereen op getrommeld om naar de Brunssummerheide te komen. De ‘spoorzoekers’,  die eigenlijk vandaag om 10.00 uur verwacht werden in ons clubhuis, dat gelegen is in het hart van Heerlen, waren gauw overgehaald om met ons mee te gaan. Ook alle andere ‘zoekers’ werden via de app uitgenodigd en de ouders die mee wilden waren ook van harte welkom om met ons mee te gaan. We troffen elkaar op de parkeerplaats van Schrieversheide en liepen van daaruit als vanouds richting Rode Beek. Bij aankomst op de parkeerplaats zagen we al snel dat we dit keer met een heel gemêleerd gezelschap waren. Ons kampthema van vorig jaar “Een voor allen, allen voor één” is nog altijd actueel in onze kringen en dat maakte dat we even later weer op ons oude vertrouwde plekje neerstreken.

Wat gaan we doen

Snel werden de dekens uitgespreid en binnen de kortste keren deelden we gezamenlijk ons eten en drinken. Zo worden op geheel eigen wijze de cultuurverschillen en taalproblemen overbrugd en door het delen van elkaars ervaringen krijgen we steeds meer inzicht in het reilen en zeilen van anders gelovigen afkomstig uit verre landen. Wat een leuke bijkomstigheid was dat de Irakese Maha en haar man ons hielpen in het contact met de uit Syrië afkomstige Nihel en haar man. Zij maakten op sommige momenten de vertaalslag, waardoor we elkaar beter konden verstaan. Beide gezinnen zijn afkomstig uit een ander land, maar spreken allebei Arabisch. Alleen spreekt ieder van hen een ander soort Arabisch dialect, wat wel voor ieder Arabisch sprekend persoon verstaanbaar is.

Vorige week leerden we al van Ramy uit Egypte en Christ die uit Syrië komt, dat zij gewoon met elkaar konden praten, omdat zij beiden Arabisch spreken en nu zagen we onder onze ogen hetzelfde gebeuren. Je ziet de mensen gewoon voor je ogen veranderen als ze zich kunnen uitdrukken in hun eigen taal. Ze zijn blij als ze gelijkgestemden ontmoeten met wie ze kunnen spreken in hun moedertaal. Doordat meerderen van ons in Nepal zijn geweest en daar drie weken Engels moesten praten om zich verstaanbaar te kunnen maken, hebben we een indruk hoe zwaar dat moet zijn voor deze mensen die ooit op de vlucht zijn geslagen en hun eigen land omwille van oorlogsdreiging hebben moeten verlaten. Er gaat toch niets boven je eigen moedertaal! Iemand van hen vertelde ons dat hij zich wel in Nederlands redelijk verstaanbaar kan maken, maar dat hij zijn gevoelens en emoties niet kan uitdrukken in onze taal, dat lukt alleen in zijn eigen taal.

Zo ook zagen we Christ vorige week naar hartelust smikkelen van het Egyptische eten dat Ramy had bereid en na de maaltijd zei hij uit de grond van zijn hart: “Dit eten lijkt veel meer op het eten in Syrië en dat smaakt vele malen beter dan jullie eten!” Hij zei dat niet om ons te beledigen of om ons te kwetsen, alles behalve dat. Hij is heel blij met ons en wij met hem. Het was voor hem niet meer dan een vaststelling van de feiten, waardoor wij direct beseften wat een cultuuromslag alleen al het andere eten voor deze mensen betekent. Ieder mens heeft toch zijn eigen gewoonten en gebruiken opgedaan gedurende zijn leven en als je hele leven op de kop wordt gezet en alles omver wordt gegooid, is het niet altijd makkelijk om je dan meteen aan te passen aan alle nieuwe omstandigheden. Dat kennen we wel uit eigen ervaring, ons aanpassingsvermogen laat vaak te wensen over. Dat is in het leven niet zo makkelijk als het lijkt. Als je daar alleen al eens een moment bij stilstaat, besef je al vlug op hoeveel fronten deze mensen verlies hebben geleden en gedwongen worden zich aan te passen. Hoe vanzelfsprekend vinden wij dat niet allemaal?! Realiseren we ons wel genoeg dat velen van hen niet alleen noodgedwongen hun vaderland verlieten, hun familie, vrienden, huizen, banen, taal, cultuur, maar bovenal ook hun toekomstmogelijkheden. Bijvoorbeeld als ze in hun eigen land HBO geschoold waren, stelt dat diploma hier ineens niet veel meer voor. Moeten ze niet alleen een nieuwe taal gaan leren, die héél moeilijk te leren blijkt te zijn, maar kunnen ze ook nog niet meteen in hun eigen vakgebied terecht, zonder daar de vereiste bijscholingen en studies voor te gaan doen. In het Nederlands welteverstaan en dat terwijl we uit vele monden vernemen dat onze taal niet de makkelijkste taal is om aan te leren. Dus eerst inburgeren en daarna pas kunnen de vooruitstrevenden onder hen nog eventueel aan de slag in hun eigen werkgebied. Zo kun je nog vele andere schrijnende voorbeelden noemen, die je pijn in je hart doen als je het hoort. Wij proberen er alles aan te doen om hen te helpen bij het inburgeringsproces. Velen van ons gaan vanuit de stichting Hoop Op Toekomst, die voortgevloeid is uit Jeugdkring Chrisko, soms wel iedere week naar sommige van deze gezinnen toe om zowel de ouders, als ook de kinderen te helpen bij het maken van hun huiswerk, het bezoeken van medici, het helpen bij het invullen van formulieren, enz. Soms is de taal van bijvoorbeeld de gemeente zó ingewikkeld dat onze eigen HBO of universiteit geschoolde vrijwilligers door de bomen het bos niet kunnen zien en de formulieren voor ons zelf ‘abracadabra’ zijn. Dan vraag je je af “hoe moet dat dan voor hun zijn”. Jonge kinderen moeten dan regelmatig voor hun ouders mee naar de gesprekken om als tolk te fungeren en kunnen daardoor vaak geen kind meer zijn. Dat is een van de redenen dat we proberen om van binnenuit op dat vlak ons steentje bij te dragen: zodat kinderen nog een beetje kind kunnen zijn.

Heidag voor de moeders

Daarom zijn we ook blij als we ze een heel klein beetje thuis kunnen laten voelen bij ons. Maha zegt het zo mooi, zij zegt: “Nederlanders zeggen allemaal ‘hoi, hoi, hoi’ tegen je. Dan openen ze hun deuren van hun huizen, om ze vervolgens weer snel dicht te doen, waarna je ze pas de volgende dag weer tevoorschijn ziet komen om opnieuw ‘hoi, hoi, hoi’ te zeggen! Dit ritueel herhaalt zich elke dag opnieuw voor mijn neus, terwijl bij ons in Irak iedereen met grote families in één huis woont. Jong en oud leeft daar samen. Daar was je altijd in gezelschap van anderen en gezelligheid vierde hoogtij. Hier ben ik veel alleen en zit ik binnenshuis te koekeloeren en niemand komt op bezoek want iedereen zegt: ‘ik heb het druk, druk, druk!’”. Maha is een welbespraakte vrouw, die ons desnoods met armen en benen duidelijk maakt wat ze wil zeggen. Vandaag zat zij naast ons op de deken en verzuchtte herhaalde malen innig tevreden: “Wat is dit toch gezellig hier, net één grote familie!” Je zag haar gewoon genieten en op een gegeven moment vroeg ze: “Kunnen we hier niet de volgende keer barbecueën?” We legden haar uit dat dit omwille van het brandgevaar op de hei niet mogelijk is en dat vond ze toch jammer.

Mannen onder elkaar Gezelligheid

De mannen van beide vrouwen zaten eerst wat op een afstandje met elkaar te praten, maar kwamen er even later bij zitten. De jeugd van beide gezinnen is helemaal ingeburgerd. Ze spreken bijna allemaal vloeiend Nederlands, de jongste natuurlijk het beste. Een jongste heeft daardoor meestal ook meer kansen en mogelijkheden dan degenen die hier op al wat oudere leeftijd naartoe kwamen.

De jeugd begon zelfstandig paard en ruiter te spelen. Ze keken niet verbaasd op dat er even later twee oma’s meededen met het spel.

Paard en ruiter Paard en ruiter Paard en ruiter
Paard en ruiter Paard en ruiter spel Paard en ruiter

Nadat we flink rondgerend hadden en het zweet ons uitbrak, zocht iedereen een plekje op de deken en kon de picknick beginnen.

de hele groep bij elkaar

Iedereen deelde wat hij had meegenomen en we genoten ondertussen van de kleinsten onder ons. Zij speelden tussen ons door op de deken en zo werden de pionnen die we mee hadden genomen al gauw gebruikt als hoofddeksel.

Lekker spelen Moeder en zoon

Nadat er een prullenbak was gemaakt waar iedereen zijn rommel in kon gooien, begonnen we met slagbal.

Prullenbak maken we zelf

Dat is één van de favoriete spellen, dat bijna iedere heidag (en ook op ons zomerkamp) gespeeld wordt. De partijen werden snel gemaakt en al gauw werd er gestart met het spel. De buitenlandse moeders keken in eerste instantie ietwat verwonderd toe hoe de ouderen onder ons allemaal onze plek innamen en mee gingen slagballen.

Slagbal Slagbal

Na een stevig potje slagbal begonnen de eersten al langzaam maar zeker te vertrekken. Dat betekende dat de winnende partij op dat moment 3 punten meer had dan de tegenpartij, ware het niet dat de tegenpartij nog een slagbeurt tegoed had, omdat zij in het veld waren begonnen. Dus wat de beslissende uitslag uiteindelijk zou zijn geworden: wie zal het zeggen … het had nog alle kanten uit kunnen gaan! Gelukkig spelen we niet om te winnen, maar om samen plezier te hebben. Dat is namelijk de reden dat de moeders nog mee mogen doen, want sommigen onder hen hebben niet alleen moeite met het slaan tegen de bal, maar ook bij het vangen van de bal en dan zullen we over het rennen maar niet spreken. Gelukkig zijn we nog niet ‘buitenspel’ gezet, want dat zouden we toch jammer vinden. We nemen het daarom maar op de koop toe dat wij bij het partijen maken bijna altijd als laatste worden gekozen en dan vaak achteloos worden opgedeeld onder de noemer “Pak jij mijn moeder maar, dan pak ik haar wel!” Je kunt je wel voorstellen dat onze eigendunk, hier en daar, een knauw krijgt, maar dat kan de pret niet drukken. We houden onszelf in de waan dat iedereen het aan de andere kant ook wel een beetje ‘stoer’ vindt dat we nog meedoen.

Nadat het slagballen onbeslist gestopt was, kregen de kleinsten les in hoe ze de bal moesten slaan, terwijl de anderen aan het graven sloegen. Er werd een diepe kuil gegraven en eentje van de oudere jongens werd op de kop aan zijn voeten omhoog getild en werd zo als graafmachine ingezet.

Graven in het zand Ingegraven
Samen in het zand Slagbal oefenen

Zo ook groeven de jongste kinderen elkaar in. Net als in een hele grote zandbak was iedereen druk in de weer. Manuel maakte zijn eerste snoekduik! Hij ging eerst op zijn hoofd staan en liet zich toen watervlug met zijn hele gezicht in het zand vallen. Hij zat helemaal onder het zand, maar gaf geen kik en deed alsof het héél normaal was. Dat belooft nog wat.

snoekduik in het zand

Ali en Sama kropen samen in een boom, terwijl Omar naar hen keek en er eigenlijk ook in wilde, maar niet wist hoe hij boven moest komen. Ondertussen viel Maya in de buggy in slaap. Je hoorde haar zelfs uitbundig snurken.

Toekijken is ook leuk Een dutje op de hei

Ondertussen appte rond de klok van 14.30 uur Max met de vraag hoe lang we nog bleven. Hij wilde namelijk ook nog komen. Een uurtje later zagen we hem verschijnen samen met zijn vriendin uit Mexico.

Max en Paul Even voorstellen

Hij stelde iedereen voor, we kletsen bij en toen was het tijd om naar huis te gaan. Ons kampement van deze dag werd opgebroken en moe maar voldaan liepen we met het overgebleven groepje terug naar de parkeerplaats. De vierjarigen liepen de hele weg terug zonder te zeuren, terwijl dat best een flink stuk is, zeker na een hele dag spelen.

Terug naar huis Terug naar huis Groepje zoekers groot en klein

Thuisgekomen klopte iedereen het zand uit zijn broek, schudde zijn schoenen leeg, controleerde op teken en keek terug op een mooie dag.

 

Dit zijn dagen met een gouden randje.
Dagen om nooit meer te vergeten.
Dagen om aan terug te denken
als het leven je tegen zit en niet meer toelacht.
Dan zijn deze dagen een bron van herinnering
om nooit meer te vergeten!