Lourdes 2022 – dag 6

Na een korte nacht zaten sommigen van ons vanochtend in alle vroegte alweer aan het ontbijt. Dit keer gingen we voor een heus feestontbijt, want pas na een paar dagen kwam onze groep erachter dat we ook achter het houten scherm om de hoek mochten pakken van het ontbijtbuffet en dat was veel uitgebreider dan het onze. Dat betekende dat op de valreep onze keuze nog werd uitgebreid met spek en ei, brie en nog veel meer lekkers. De meesten van ons zijn aan de ene kant heel erg blij dat we dit niet eerder wisten, want wie weet waar de weegschaal anders bij thuiskomst naar uit zou hebben geslagen!? Want zeg nu zelf: twee keer warm eten met drie gangen en dan ook nog gebruik maken van een uitgebreid ontbijtbuffet, dat doet de slanke lijn geen goed. Dus wie weet waar we voor gespaard zijn gebleven. Met onze buikjes vol, trokken we naar de grot, waar de hulpbisschop voorging in de Eucharistieviering voor de Nederlandse militairen. Het weer was lekker qua temperatuur, maar het miezelde wel, met als gevolg dat het leek alsof er op onze haren en kleren kleine dauwdruppeltjes lagen en op de prachtig, zwarte haren van Rita leken het net piepkleine pareltjes te zijn. De hulpbisschop vertelde tijdens de viering dat we ‘luchtsteun’ zouden krijgen en verwees ondertussen met zijn hand naar het Mariabeeld dat schuin boven hem in de grot stond, op de plek waar Maria aan Bernadette is verschenen. Hij riep alle militairen, maar natuurlijk ook alle andere gelovigen, op om de rozenkrans te gaan bidden, omdat dit het beste wapen is in de strijd tegen het kwade in én buiten jezelf. Voor ons ‘Chriskodianen’ is dat niets nieuws. We hebben dit thema ooit, in alle groepen die we draaien en ook op de scholen waar Marieke als catecheseleerkracht les geeft, uitgepakt. Daarbij hebben we alle kinderen, die onder onze hoede zijn, een lichtgevende rozenkrans gegeven met de verwijzing dat ons gebed licht geeft in de duisternis, die er heerst binnen en buiten onszelf. Maria kan en wil niets liever dan als een liefhebbende moeder uitkomst bieden in donkere tijden. Dus doe een beroep op haar, vraag haar en ga naar haar, zij is de beste raadgeefster die er is en zegt aan ons: “Doe maar wat Hij u zeggen zal…!” In dat geloof verlieten wij de grot. Op het heiligdom kwamen we allerlei groepen militairen tegen, sommigen kwamen in gelid en in stilte aangemarcheerd, terwijl anderen uit volle borst hun eigen volkslied ten gehore brachten. Er was genoeg om je ogen bij uit te kijken en de militairen van het ene land waren nog strakker georganiseerd dan het andere land. Tot onze grote hilariteit kwam er ineens tussen deze groepen, die een en al vormelijkheid uitstraalden, omdat ze allemaal zo strak in het pak zaten en in het gelid liepen, een groep uit een Afrikaans land aan lopen, die een en al beweging waren. Alles wiegde en waggelde door elkaar en de eigenheid van elke groep werd ook hierdoor weer duidelijk zichtbaar. 

We liepen, genietend van alles wat we zagen, terug naar het hotel. Eenmaal terug in het hotel kwamen we erachter dat het ontbijtbuffet nog in volle gang was en we namen opnieuw plaats, met zijn allen, voor een kopje koffie of thee. In de lobby kwamen we uiteindelijk allemaal samen en brachten we al kletsend de laatste uurtjes samen door, totdat de bus kwam en we onze koffers konden gaan inladen. Ongeveer een kwartier later, zaten we allemaal in de bus, op weg naar het vliegveld en voordat we het goed en wel in de gaten hadden, zaten we vastgesnoerd in het vliegtuig en stegen we op. We zaten midden tussen de wolken en toen begrepen we ineens de uitdrukking:  “Met het hoofd in de wolken zijn!” en ook het liedje: “Mit d’r kop in de wolke, jiët ut leave sjpass!”

Wij durven in ieder geval te zeggen dat we in Lourdes met zijn allen in de zevende hemel hebben verkeerd en beseffen dat we dadelijk weer met beide voeten op de grond zullen landen. Moe maar voldaan, bijgetankt en geïnspireerd, kijken we terug op een prachtige week waar we intens genoten hebben van elkaars aanwezigheid en waar woorden als ‘saamhorigheid’ en ‘verbondenheid’ hoog in ons vaandel stonden. Op deze mooie plek tussen de bergen heeft God een wonder bewerkstelligd, een plaats waar hemel en aarde elkaar raken en waar alle kloven die in een mensenleven kunnen ontstaan, overbrugd kunnen worden met Liefde, Gods liefde wel te verstaan. God wierp Zijn schijnwerper uit. Hij zette de arme, onbeduidende, nietszeggende, kleine Bernadette Soubirous in Zijn schijnwerper door Zijn licht op haar te laten schijnen. Uitgerekend haar koos Hij uit, door middel van de Moeder Gods, om Zijn medewerkster te worden in Zijn naam en zij zei volmondig ‘ja’ op de ontvangen genade en werkte mee aan Zijn plan, ongeacht de prijs en de vernedering die het haar kostte. De ‘mooie vrouwe’ die haar verscheen, had haar voorzegd dat zij het geluk niet zou vinden hier op aarde, maar wel in de hemel. Het hemelse geluk wel te verstaan en is dat niet waar wij als gelovigen allemaal naar uitkijken, op hopen en van ganser harte in geloven? Het leven op aarde is een doortocht naar het hemelse koninkrijk, waar de liefde zal zegevieren en het laatste woord heeft gekregen. Heel soms, op een klein, onverwachts moment kan het ons ineens te beurt vallen dat we een voorproefje krijgen van een stukje hemel op aarde, waarbij ons hart het even uitjubelt en juicht van blijdschap. En in Lourdes kan het je zomaar gebeuren dat je zo’n moment meemaakt en je hart vervuld wordt van een diepe dankbaarheid. In die zin sluiten we onze reis naar Lourdes af en ging ons inziens iedereen tevreden naar huis om over te gaan tot de orde van de dag…

4 gedachten over “Lourdes 2022 – dag 6”

  1. Door het lezen van de verslagen, voelt het alsof ik voor de derde keer in Lourdes was. Bedankt, dat ik even met jullie kon meeliften.
    Grrr…Wim Florie

  2. Heel hartelijk dank voor al deze geweldige dagen en voor alle zorgen, ook namens mijn moeder Marietje van 85 jaar, ze zei geëmotioneerd tegen mij dat we een droom voor haar hebben waargemaakt nog een keer in Lourdes te komen op haar leeftijd. Ze heeft genoten van ieder moment en van de hele groep. Voor ons allen een dankbare herinnering die ons niemand meer afneemt. Wie weet …. als God beliefd/…. zijn we volgend jaar weer van de partij.

Reacties zijn gesloten.